Psychosociale ervaring bij alleenwonende palliatieve ouderen met kanker
In opdracht van Kom op tegen Kanker onderzoeken we de psychosociale ervaringen en eventuele problemen van uitbehandelde en alleenwonende patiënten met kanker. Daarbij hebben we ook aandacht voor de coping strategieën die ze gebruiken en de formele en informele hulp die ze eventueel krijgen.
Binnen onze onderzoekspopulatie (N=19) behoren bijna de helft (N=9) tot de oudere bevolking (70 jaar of ouder). We onderzoeken of hun leeftijd een specifieke invloed heeft op hun psychosociale beleving en coping.
Methode
We voeren een kwalitatieve studie uit, bestaande uit semi-gestructureerde interviews met de patiënten, waarin we vragen naar hun psychosociale ervaring, eventuele problemen, de coping strategieën die ze gebruiken en de formele en informele hulp die ze eventueel inschakelen. De patiënten worden longitudinaal opgevolgd, waardoor we ook zicht krijgen op een eventuele evolutie in hun ervaring. De data worden geanalyseerd volgens de principes van de grounded theory en geïntegreerd tot een conceptueel kader.
Resultaten
De eigenheid binnen de psychosociale ervaring van alleenwonende ouderen met uitbehandelde kanker, situeert zich voornamelijk op het vlak van
a) mobiliteit (met medische, sociale en psychologische effecten)
b) een sterke binding met (de routine binnen) de eigen woning
c) ouderdomsziekten als complicerende of zelfs doorslaggevende factor
d) een psychologische spanning tussen verlieservaringen en relativering
Al deze factoren kunnen sterk gemedieerd worden door het alleen wonen en sterke implicaties hebben voor de zorgplanning.
Conclusie
Alleenwonende ouderen met uitbehandelde kanker kunnen enerzijds een extra kwetsbare populatie zijn, door problemen met mobiliteit, verzwarende ouderdomsziekten en/of verlieservaringen maar anderzijds kan hun sterke relativering (door hun ouderdom) het gewicht van al deze elementen verlichten. Welke kant het zwaarst doorweegt, hangt af van wat nog hun doelstellingen en prioriteiten zijn. De zorgverlening moet dan ook aandacht hebben voor het breder verhaal, wil ze adequaat kunnen inspelen op de ervaringen en zorgnoden van de patiënten.
Auteurs
Marlies Saelaert, Reginald Deschepper
Vrije Universiteit Brussel, Mental Health and Wellbeing Research Group, Faculty of Medicine